Café Spoorzicht: de erfenis van opa 'Cnillis'
MULLEM - Hij wordt regelmatig door dorpsgenoten aangeklampt. "Ze zeggen dan dat ze gehoord hebben dat ik 't café verkocht heb. Maar ik beur nog steeds geen geld!"
Martin Fransen buldert het uit. De eigenaar van café Spoorzicht in Vortum-Mullem werd 62 jaar geleden geboren in de uitspanning die pal aan de overgang van de spoorlijn tussen Nijmegen en Roermond ligt.
Samen met z'n vrouw Lies runt hij de laatst overgebleven kroeg van Vortum-Mullem alweer 35 jaar. Vóór hem werd deze klus geklaard door zijn vader Lambert en overgrootvader Cornelius.
"De ouderen in het dorp noemen me 'Martin van Lambert' en zeggen nog steeds 'ik ga naar Lambert' als ze hierheen komen. Als ze 't over m'n vader hebben zeggen ze 'Lambert van Cnillis'."
Dat Spoorzicht een kroeg met geschiedenis is, blijkt wel wanneer je het café binnenstapt. Een uit de kluiten gewassen oliekachel ("die heeft m'n pa al gebruikt gekocht") verwarmt het café-gedeelte, in de feestzaal hangen de portretfoto's van alle 44 prinsen carnaval van 1962 tot aan 2005 keurig gerangschikt aan de muur, en de triplex bar met formica blad erop is ook minstens veertig jaar oud.
"In de Tweede Wereldoorlog hebben de Duitsers het café nog gevorderd om hier hun hoofdkwartier van te maken", vertelt Martin. "Het dak heeft in die periode drie voltreffers gehad."
Maar in dat dak zitten nog wel originele elementen uit 1911, het jaar dat opa Cnillis Spoorzicht grotendeels met zijn eigen handen opbouwde.
"Het was niet alleen een café maar ook een boerderij en een kruidenierswinkel. Later is opa er ook nog brood bij gaan bakken.
In de kapconstructie zit nog eikenhout dat ze nog zelf van de Vortumse hei met paard en wagen hierheen hebben gesjouwd."
Martin is de op een na jongste in een gezin van vijf jongens en een meisje. Een maand voordat hij en Lies trouwden namen ze in 1970 Spoorzicht over van Martin's vader Lambert.
Van een echt bewuste keuze was geen sprake. "We zijn er gewoon ingerold", zegt de in Lottum geboren Lies. "Het was in die tijd hetzelfde als nu in Vortum-Mullem. Er kon niks gebouwd worden en er was niks te koop of te huur. En het was toen ook nog zo dat de 'frollie' nadat ze getrouwd waren met werken stopten. En Martin had hier al werk."
Martin: "Ik ben tot twee jaar terug altijd in loondienst geweest als automonteur en autoschadehersteller. Hier kun je niet alleen van leven. Je moet het erbij doen. Woensdagavond is tegenwoordig onze beste avond. Dan repeteert de hofkapel hier, op zaterdagavond komen er wat jongens uit het dorp hier bij elkaar voor ze op stap gaan. Toen we begonnen was dat wel anders. Doordeweeks zat er altijd wel een man of tien aan het buffet en op de vrijdagavond hadden we makkelijk dertig klanten."
Hoe lang ze het nog blijven doen? Martin en Lies weten het nog niet. Moe zijn ze het in ieder geval nog lang niet. "Iedere zondagochtend komen ze hier met vier man kaarten", zegt Martin. "Ik doe dan ook altijd mee. Als het een keer niet doorgaat zitten we hier met z'n tweeën en zeggen we altijd tegen elkaar dat die voormiddag toch zo lang duurt. Het is verslavend om mensen om je heen te hebben."
Café Spoorzicht heeft natuurlijk ook teveel verleden om zomaar even afstand van te doen. Opa Cnillis bouwde het op, z'n vader, ooms en tantes, broers en zussen werden er geboren, net als Martin Fransen zelf en z'n zoons. Hij ontmoette er zelfs z'n vrouw. "We hadden hier tijdens de kermis van 1968 een feesttent staan en Lies was er met een vriendin die verkering had met een vriend van mij. Ik moest natuurlijk werken, maar ik keek natuurlijk wel eens stiekem rond!"
Bovendien, stoppen is gemakkelijker gezegd dan gedaan. "Dan moet je ook nog eens afrekenen met de belasting he!"
Bron: De Gelderlander / JEROEN BALEMANS
Geplaatst door: Geert van Raaij